Een reportage en interview over de vooroordelen waar Fransen dagelijks mee te maken krijgen
‘Ik word soms echt gek van alle Fransen om me heen’
,,Het is soms best lastig om Frans te zijn”, vertelt Adèle Percevault nippend aan haar Bordeaux Rouge. Ik ontmoet haar in een Irish pub, haar favoriete plek van de Franse stad Nantes. Want hoewel ze trots is op haar afkomst, wil ze soms echt even iets anders. “Ik word soms echt gek van alle Fransen om me heen, van de overvloed aan stokbroden en croissants.”
“Hello, how are you?” hoor ik een Franse stem met pijn en moeite uitstamelen. Als een boer met kiespijn lacht Adèle een filmpje van haar vader uit. “Vijftigplussers hebben nooit Engels gehad op school, dus een groot deel van de Franse populatie kán niet eens Engels,” vertelt ze verontwaardigd. Ondanks dat veel Fransen nul zijn in Engels en het vreselijk vinden om Engels te praten, ligt het probleem volgens de jonge Française vooral bij het zwakke niveau van het onderwijs. “Ik ben van mening dat het probleem niet van de Fransen zelf komt.”
De eerstejaars psychologiestudente is een echte wereldburger. Ze schaamt zich een beetje als ze me meeneemt naar een Irish Pub, om zo aan de Franse hectiek te ontvluchten. “Elke dag moet ik weer horen hoe ‘wij’ geen moeite zouden doen om ons aan te passen, dat we egoïstisch en gesloten zouden zijn en dat we niet open staan voor andere gewoontes en culturen. Ik sta – anders dan veel Fransen – wél open voor nieuwe culturen en plekken. Ik word gek van de vooroordelen.”
Aanpassen
“Ik hou erg van de prachtige, rijke en complexe Franse taal, maar zodra ik de kans krijg Engels te spreken, dan grijp ik die direct aan. Er zijn mensen in Frankrijk die weinig moeite doen om zich aan te passen. Ze zijn gesloten en staan niet open voor andere culturen en gewoontes. En dat zijn mijn landgenoten die door buitenlanders gezien worden: de Fransozen die nergens voor open staan. Een enkeling in Frankrijk spreekt wél goed Engels, want zij stoppen er wél veel moeite in, ze werken uit zichzelf hard om de taal te leren. Ze kijken Amerikaanse tv-programma’s in het Engels, in plaats van de op tv uitgezonden nagesynchroniseerde series.”
“Ik heb me vaak buitengesloten en onbegrepen gevoeld.”
“Wij Fransen zijn natuurlijk voorbestemde chauvinisten, maar de wereld heeft zoveel meer te bieden,” vertelt Adèle. De Franse Republiek is erg veelzijdig. Het land heeft zee, bergen, bossen en meren. “Dat maakt me echt wel een trotse Française, maar daar draaf ik niet in door hoor. Ons land heeft dan wel alles zelf in huis, maar dat heeft ook een keerzijde.”
L’Education Nationale, de overheidsinstantie die over alles wat met school te maken heeft haar plasje mag doen, vindt vreemde talen niet belangrijk. Adèle spreekt er met verontwaardiging en onbegrip over; “Omdat Fransen geen Engels nodig zouden hebben, worden vakken als wiskunde en natuurkunde veel belangrijker geacht. Ik ben wat dat betreft echt een vreemde eend in de bijt, ik heb me vaak buitengesloten en onbegrepen gevoeld als ik in m’n eentje weer Engelse woordjes aan het stampen was.”
“Ja, ik ben een trotse Française maar de wereld heeft zoveel meer te bieden.”
Als de Ierse ober langs onze tafel komt, besluit Adèle toch maar voor een Franse rode wijn te gaan. “Ik geniet toch van de kleine Franse gewoontes en ben erg trots op de Franse cultuur, de muziek, de kunst en onze heerlijke Franse keuken.” Toch stond de goedlachse Française al van kleins af aan al open voor veel nieuwe dingen. “Ik ging graag op onderzoek uit en deed niets liever dan nieuwe plekken ontdekken.” Adèle tuurt door de ramen naar een smal steegje midden in de grote west-Franse stad Nantes en slikt even. “Jarenlang heb ik me heel klein gevoeld, alsof ik nooit iets zou bereiken. Ik ging er het liefst op uit, de wereld ontdekken. Maar daar hadden mijn ouders simpelweg geen geld voor. Iedere zomer weer gingen we daarom op vakantie naar de Franse westkust op een half uurtje rijden van mijn huis. Menig traantje heb ik moeten wegpinken, mezelf afvragend of ik er ooit achter zou komen wat zich buiten de Franse landsgrenzen afspeelde.”
Klinkt als yoghurt
Als Adèle even stil is valt mijn aandacht ineens op de luidspreker op de hoek van de bar. De klanken van het nieuwste nummer van rockband Indochine schallen door de Irish Pub. Naast de rode wijn bespeur ik in de Ierse kroeg nu ook een Franse chanson, hoewel dat in de rest van Frankrijk juist eerder regel dan uitzondering is: “voor het Engelse levenslied is in Frankrijk eigenlijk geen ruimte,” bevestigt ook Adèle. “Ik besef me dat inmiddels al niet eens meer, maar als ik dan met een buitenlander als jij zit, dan bedenk ik me dat het jou echt heel erg moet verbazen. Als er een Engels nummer gedraaid wordt op de radio, dan begrijpen Fransen niet wat ze luisteren. Ze willen graag meezingen, maar in het Engels klinkt het dan ‘als yoghurt’, zoals we dat in het Frans zeggen.” Dat betekent dat de tekst verkeerd wordt meegezongen, legt ze me lachend uit. “Het moet voor een buitenlander bizar zijn dat we in Frankrijk zó veel Franse muziek luisteren, terwijl die Franse artiest buiten de landsgrenzen een vreemde is.”
Asociaal
Vorig jaar kwam Adèle voor het eerst in haar leven in het buitenland. “Voor één keer kon ik Frankrijk achter me laten. Spanje werd voor veertien dagen het nieuwe onderkomen van mijn ouders, mijn broertje, zusje en van mij. Vaak dacht ik terug aan die momenten dat ik als kleine meid uren fantaseerde over wat zich buiten la France bevond. Het antwoord: vooral véél Fransen. Ik was zeker niet de enige die zijn vakantie spendeerde in het warme zuiden van Europa. Ik keek echter met een andere blik naar mijn landgenoten, ineens ging het me opvallen hoe asociaal het was dat ze de Spaanse ober, receptioniste en zelfs hotelgenoten in het Frans aanspraken.”
“Hoewel eerst een gevoel van intense schaamte heerste, ging dat langzamerhand wel over in begrip. Franse jongeren zijn niet zeker van hun Engels-niveau, ze durven daardoor geen Engels te praten omdat ze bang zijn dat ze niet begrepen zullen worden. In vergelijking met jongeren uit andere landen denken ze dat hun niveau horrible is. Misschien lijken ze daarom wel zo gesloten naar de buitenwereld.”
“Het kan er voor buitenlanders uitzien alsof Fransen geen moeite willen doen om Engels te spreken of om toenadering te zoeken tot buitenlanders, maar eigenlijk zijn ze gewoon erg onzeker wat betreft hun Engels.
Ik denk dat als het taalonderwijs in Frankrijk beter zou zijn, Fransen al gelijk een stuk spontaner en opener overkomen op de buitenwereld. Misschien neemt dat de vooroordelen iets meer weg en kan ik als trotse Française de landsgrenzen passeren en de wereld – zonder schaamte – écht ontdekken, want er is meer op deze aarde dan stokbroden en croissants.”